Bij de helpdesk krijgen wij regelmatig vragen over de eisen en regels met betrekking tot het formatief inzetten van beroepskrachten in opleiding en stagiairs. Daarom hebben wij in deze Notitie inzet beroepskrachten in opleiding en stagiar(e)s alle wet- en regelgeving samengevat en op een rij gezet. Je lees hier terug aan welke eisen je moet voldoen om BBL’ers, BOL-stagiaires, en Pedagogisch Medewerkers in ontwikkeling formatief in te kunnen zetten, en waar je dat kunt vinden in de wet, de onderliggende besluiten en de CAO Kinderopvang.

<div class="c-editor clearfix">
Naar aanleiding van de nieuwe informatie over de inzet van BOL-stagiairs in de zomervakantie en de verlenging van de coulanceregeling hebben we de notitie geüpdatet. <a href="https://cms.kinderopvang.nl/wp-content/uploads/2023/04/Notitieinzetberoepskrachteninopleidingenstagiairesv2107221.pdf" target="_blank" rel="noopener noreferrer">Je kunt de notitie hier downloaden</a>. Je vindt de notitie ook terug in het dossier Arbeidszaken &#038; CAO – Scholing en opleidingen, en het dossier Beleid &#038; Kwaliteit. Hieronder lichten we toe wat er gewijzigd is in deze versie.
Voorwaarden inzet van BOL-stagiairs in de zomervakantie zonder praktijkovereenkomst 
Een BOL-stagiair(e) kan in beginsel alleen incidenteel worden ingezet op het moment dat er een praktijkovereenkomst (POK) is tussen het opleidingsinstituut en de stagelocatie. Dit is in de zomervakantie vanuit de opleider vaak niet mogelijk, omdat er dan geen studiebegeleiding mogelijk is. Daarom gelden sinds juni 2022 voor de zomervakantie de volgende voorwaarden:
<ul>
<li>De student beschikt over een inschrijving bij een opleiding voor het schooljaar waarin inzet plaatsvindt (bijvoorbeeld onderwijsovereenkomst of bewijs van inschrijving).</li>
<li>Een BOL-student die het eerste jaar heeft afgerond kan in de zomervakantie worden ingezet. Afronding van het programma blijkt bijvoorbeeld uit een overgangsbewijs naar het tweede leerjaar.</li>
</ul>
Tot 1 juli 2024 tijdelijke verruiming 33%-regeling naar 50% voor beroepskrachten in opleiding 
Een belangrijke beperking van de formatieve inzet is de 33% regeling. In de ‘Regeling wet kinderopvang’ is bepaald dat slechts 33% van alle “totaal minimaal aantal op het kindercentrum in te zetten beroepskrachten mag bestaan uit beroepskrachten in opleiding of stagiairs”. Het aantal in te zetten beroepskrachten in opleiding of BOL-stagiair(e)s wordt dus bepaald aan de hand van de BKR op locatieniveau (en dus niet op groepsniveau). BOL-stagiair(e)s tellen alleen mee binnen de 33% regeling op het moment dat zij formatief worden ingezet. Voor die inzet geldt uitdrukkelijk dat aan overige voorwaarden voor inzet, zoals in de CAO bepaald is, moet worden voldaan.
Het percentage is voor beroepskrachten in opleiding tijdelijk verhoogd naar 50%. Dit gold sinds 1 januari 2022, in eerste instantie tot 1 juli 2022. De minister heeft besloten dit nu met twee jaar te verlengen. Tot 1 juli 2024 mag dus de helft van alle totaal minimaal aantal op het kindercentrum in te zetten beroepskrachten, bestaan uit beroepskrachten in opleiding.
LET OP: het totaal aantal formatief ingezette BOL-stagiair(e)s mag nog steeds maximaal 33% bedragen van het totaal aan in te zetten beroepskrachten per kindercentrum. Formatief ingezette BOL-stagiair(e)s tellen dus niet mee in de verruiming naar 50%. Zie ook onderstaand rekenvoorbeeld ter illustratie.
Rekenvoorbeeld 50% regel / 33% regel 
Op een locatie worden op drie groepen per dag in totaal 6 beroepskrachten ingezet om aan de BKR te voldoen. Gerekend met de 33%-regel mogen niet meer dan 2 daarvan een pedagogisch medewerker in ontwikkeling, BBL’er of BOL-stagiair(e) zijn. Gerekend met de tijdelijke 50%-regel mogen niet meer dan 3 daarvan een PM i.o. of een BBL’er zijn, waarvan maximaal 2 BOL-stagiair(e) mogen zijn.
De verdeling beroepskrachten in opleiding en BOL-stagiair(e)s kan dus bijvoorbeeld zijn 20% beroepskrachten in opleiding en 30% BOL-stagiair(e)s of 40% beroepskrachten in opleiding en 10% BOL-stagiair(e)s.
Als je de mogelijkheid om beroepskrachten in opleiding en stagiairs in te zetten maximaal zou benutten, dan zijn de volgende varianten mogelijk bij een bezetting van 6 beroepskrachten:
<ul>
<li>3 BBL’ers of PMIO, 3 gediplomeerde beroepskrachten</li>
<li>2 BBL’ers of PMIO, 1 BOL’er, 3 gediplomeerde beroepskrachten</li>
<li>1 BBL’er of PMIO, 2 BOL’ers, 3 gediplomeerde beroepskrachten</li>
</ul>
</div>

Wet Transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden

BK staat voor speelruimte – de aftermovie

Nieuwe versie notitie inzet beroepskrachten in opleiding en BOL-stagiairs beschikbaarLeden