Visie

De kinderopvang is in de afgelopen jaren de meest wendbare ruggengraat van werkend Nederland gebleken, en een sector van groot maatschappelijk belang. Een sector die zich allang niet meer alleen bezighoudt met opvang, maar die een wezenlijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van kinderen.  

Het kabinet heeft grote ambities voor de kinderopvang. Om de toenemende vraag naar opvang nu en in de komende jaren aan te kunnen, zullen alle zeilen bijgezet moeten worden. Alle kinderopvangorganisaties in ons huidige – goed werkende en hooggewaardeerde - gemengde (of hybride) stelsel zijn nodig om de ambities van het kabinet te kunnen verwezenlijken. Het is tijd om het kinderopvangstelsel stabiel en toekomstbestendig te maken in onomkeerbare, en tegelijkertijd behoedzame en uitvoerbare stappen. Hierbij moeten continuïteit en behoud van kwaliteit voorop staan. 

Emmeline Bijlsma, directeur van de BK, legt uit wat die visie inhoudt: “De kinderopvang draagt bij aan een toekomstgerichte ontwikkeling van kinderen en biedt de mogelijkheid aan ouders om te werken. We willen kijken naar wat een kind nodig heeft en het kind in zijn gezin in de buurt centraal stellen. Door samenwerking kunnen we voor ieder kind de beste ondersteuning bieden die nodig is om ervoor te zorgen dat juist ook de kinderen in kwetsbare situaties dezelfde kansen krijgen als hun leeftijdsgenoten. Vanuit deze visie op de kinderopvang zijn wij voorstander van een bredere toegankelijkheid van de kinderopvang, een gemakkelijker financiering, met ruimte voor keuzevrijheid en ondernemerschap.” 

BK staat voor speelruimte  

We zien een steeds grote nadruk op schools leren in de kinderopvang, en daarmee ook steeds meer meten, normeren en toetsen. Wij willen weer aandacht vragen voor het belang van spelen. 

Spelen is een serieuze zaak. Hutten bouwen, moddersoep maken, samen de pop verzorgen, winkeltje spelen: het is voor kinderen een essentiële voorbereiding op de toekomst. Spelen helpt hen om te oefenen met incasseren. Vallen en leren opstaan is normaal en het maakt kinderen creatief, wend- en weerbaar. In een onvoorspelbare wereld kunnen ze daardoor straks schakelen van plan A naar B of C. Daarnaast trainen kinderen tijdens het spelen kwaliteiten die later bepalend zijn voor schoolprestaties. 

Onze kinderen zoeken de ruimte die hun spel verdient en dat lukt steeds minder. Grote mensen doen het graag SMART: gecontroleerd en meetbaar. Dat klinkt door in de nadruk op het schoolse leren en beoordelen van jonge kinderen, in toenemende wet- en regelgeving en in stress bij ouders én kinderen. Maar het kleuterbrein wil gewoon met een waterpistool stiekem vanaf het balkon de buren verrassen. Een peuter wil graag een beschuitje in de Dvd-speler doen om te kijken hoe het werkt. Spelen = leren en wetenschappers zijn het erover eens dat onder de 6 jaar een schoolse aanpak zinloos is.  

Kinderopvang biedt kinderen het ultieme laboratorium dat van groot belang is voor nu en straks. In de branche staan honderden experts te popelen om de speelruimte van kinderen te vergroten en te verrijken. Zij zoeken de verstopplekken in de speeltuin en de modderplassen in het bos. Deze ruimte lijkt echter steeds verder te worden ingeperkt en dus claimen wij namens alle kinderen speelruimte!  

Daaronder verstaan we de ruimte die een kind nodig heeft om al spelend en in zijn eigen tempo zichzelf en de wereld om zich heen te ontdekken. En dan, op 6-jarige leeftijd, is zowel hun persoonlijke als sociale ontwikkeling zover dat er alle ruimte is voor schools leren. Dat betekent dat we voor jonge kinderen een stap weg moet nemen van het bastion van het basisonderwijs, waar natuurlijk zo diep de overtuiging geworteld is dat leren een proces is dat je van bovenaf moet organiseren. 

De wetenschappelijke onderbouwing van deze visie lees je in ons essay over spel, spelen en speelruimte, geschreven vanuit een noodkreet van het spelende kind in ieder van ons. 
Vind je luisteren fijner dan lezen? Luister dan hier naar het gesproken essay.