15 november 2022

Nieuw kinderopvangstelsel in de maak: wat zijn precies de kabinetsplannen?

Wordt kinderopvang nou wel of niet (bijna) gratis? En wanneer dan? En voor wie? In het woud van meningen, wensdenken en partijpolitiek is het soms lastig navigeren. BK zet voor jullie de feiten over de plannen voor de kinderopvang uit het coalitieakkoord op een rij.

Wat stond er ook alweer in het coalitieakkoord?
Met als aanleiding het collectieve trauma van de toeslagenaffaire, heeft het kabinet in het coalitieakkoord de ambitie uitgesproken om in 2025 ‘een fundamentele herziening van de kinderopvangtoeslag’ door te voeren. Deze fundamentele herziening heeft betrekking op een aantal kenmerken van de huidige toeslagenregeling:

  1. De koppeling met gewerkte uren komt te vervallen, dat houdt in dat het maximaal aantal uren waarover je kinderopvangtoeslag kunt ontvangen, niet meer gekoppeld is aan het aantal uren dat de minstwerkende ouder werkt;
  2. de vergoeding wordt inkomensonafhankelijk: 95% (op Prinsjesdag verhoogd naar 96%) voor alle werkende ouders, ongeacht het inkomen;
  3. de vergoeding zal rechtstreeks worden uitgekeerd aan kinderopvanginstellingen, in plaats van aan ouders.

Formatie: meerdere varianten arbeidseis op tafel
Deze variant, met 96% vergoeding voor werkende ouders, is niet de enige variant die tijdens de formatie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie op tafel heeft gelegen. Uit stukken van het ministerie van SZW blijkt dat de formerende partijen in het najaar van 2021 advies hebben gevraagd over wat – rekening houdend met tijd, capaciteit en uitvoerbaarheid – een reëel scenario zou zijn om een inkomensonafhankelijke vergoeding van 96% in te voeren via directe financiering, ook voor niet-werkenden. Dat betekent een extra aanpassing aan de huidige toeslagenregeling ten opzichte van datgene wat in het coalitieakkoord staat. Voor het invoeren van een vergoeding voor niet-werkende ouders moet namelijk óók de arbeidseis worden losgelaten. Het loslaten van de arbeidseis zou vanuit een realistisch scenario volgens SZW niet eerder kunnen dan in 2028. In dat scenario zou dan eerst de koppeling met gewerkte uren worden losgelaten in 2023, gevolgd door het invoeren van een inkomensonafhankelijke vergoeding van 96% en directe financiering in 2025. Dat scenario werd afgezet tegen een ‘extreem voorbeeld’ waarbij ook de arbeidseis al in 2025 zou worden losgelaten, en tegen een ‘optie 0’-scenario, waarin de arbeidseis níet losgelaten zou worden. In de ‘optie 0’-variant blijft de vergoeding alleen voor werkende ouders.

Arbeidseis blijft en jaartal 2028 staat niet in coalitieakkoord
Van de formatie-input van SZW is uiteindelijk de ‘optie 0’-variant in het coalitieakkoord terechtgekomen: een inkomensonafhankelijke vergoeding via directe financiering voor werkende ouders. De arbeidseis blijft in stand en het kabinet heeft ook géén ambities uitgesproken om die los te laten. De derde stap uit de formatie-input van SZW om in 2028 de arbeidseis los te laten, heeft het coalitieakkoord dus niet gehaald. De enige andere ambitie met betrekking tot de kinderopvangvergoeding die in het coalitieakkoord is opgenomen is het eventueel op termijn verder verhogen van het vergoedingspercentage: “Op basis van de praktijkervaringen en gedragseffecten bezien we de ambitie om het vergoedingspercentage op te hogen naar 100%.” Maar die eventuele verhoging zou dus wederom alleen voor werkende ouders gelden. Bovendien wordt ook geen jaartal genoemd waarin die verhoging dan zou worden ingevoerd.

Minister kiest voor wendbaar stelsel, toekomst ligt open
Óf er nog andere stappen worden gezet in het financieringsstelsel voor de kinderopvang, is aan een volgend kabinet. Wat die eventuele stappen precies inhouden, ook. Om andere politieke keuzes in de toekomst mogelijk te maken, wil minister Van Gennip in ieder geval een wendbaar stelsel, zodat er op termijn eisen bij of af kunnen. Daarover zei zij onlangs in een radio-uitzending van NOS (Met het oog op morgen) het volgende: “Wij hebben in het coalitieakkoord afgesproken dat dit de stap is die we nu gaan doen. Ik ga het stelsel zo inrichten dat het flexibel genoeg is dat je daarna ervoor kunt kiezen om voor helemaal gratis te gaan, of om het misschien weer anders in te richten”. Maar de minister is er ook duidelijk over dat dat buiten haar opdracht valt als minister van SZW in kabinet Rutte IV. In beslisnota’s over de stelselherziening heeft ze meermaals onderstreept dat het loslaten van de arbeidseis of het op voorhand afschaffen van de eigen bijdrage niet past binnen de afspraken van het coalitieakkoord, en dat ze die keuze ook politiek niet wenselijk acht.

Bijna gratis kinderopvang uitgesteld tot 2027
In het voorjaar van 2023 heeft het kabinet besloten om het bijna gratis maken van kinderopvang uit te stellen met twee jaar, naar 2027. Het lukt de sector niet om voldoende personeel te vinden als straks de vraag naar kinderopvang nog verder zal stijgen. Een zorgvuldige invoering van het nieuwe stelsel is cruciaal voor zowel de ouders, de sector, als de uitvoerders, zegt minister Karien van Gennip (SZW). Dat is volgens haar ook een les uit de toeslagenaffaire. De inkomensafhankelijke toeslag die ouders krijgen voor de opvang gaat in 2025 en 2026 wel omhoog, al moeten de details van die maatregel nog worden uitgewerkt. De bedoeling van het kabinet is dat de vraag naar opvang daardoor zo geleidelijk stijgt dat de sector het kan bijhouden. Vanaf 2027 gaat de toeslag dan niet meer naar de ouders, maar direct naar de opvangorganisatie.