15 januari 2021

Hoofdpunten Kabinetsreactie rapport ‘Ongekend Onrecht’

In een kamerbrief over de Toeslagenaffaire presenteert het kabinet een pakket maatregelen dat herhaling in de toekomst moet voorkomen. Het kabinet maakt hiermee duidelijk dat zij ziet dat de problematiek breder is dan alleen de toeslagen. Om in de toekomst te voorkomen dat een situatie zoals in het rapport staat beschreven ooit nog zal gebeuren, onderscheidt het kabinet lessen waarmee ze aan de slag wil.

  1. Stoppen met Toeslagen in de huidige vorm

De eerste en voor de branche belangrijkste maatregel is dat het kabinet wil stoppen met de toeslagen in de huidige vorm. De voorschotsystematiek en de vele complexe voorwaarden leiden tot een groot aantal (hoge) terugvorderingen. Het risico op terugvorderingen ligt bovendien volledig bij de aanvrager.

Voor de financiering van de kinderopvang is het kabinet daarom van mening dat op termijn de verantwoordelijkheid voor de financiering niet meer (volledig) bij de ouders moet worden gelegd, waarbij bepaalde complexe voorwaarden (zoals bijvoorbeeld de hoogte van het inkomen, het aantal gebruikte uren kinderopvang, het aantal uren werk en de uurprijs) voor hen komen te vervallen. Het kabinet wil zo snel mogelijk starten met de nadere uitwerking hiervan.

Tegelijkertijd erkent het kabinet dat het nog zal duren voordat het toeslagenstelsel volledig is vervangen door een ander stelsel. Daarom zal nog vóór de formatie worden geïnventariseerd welke verdere verbeteringen op kortere termijn mogelijk zijn binnen het huidige stelsel.

Om de uitvoerbaarheid van beleid verder te versterken zal het kabinet bij nieuw beleid meer samenwerken met uitvoerders, medeoverheden en vertegenwoordigers van de verschillende doelgroepen. Er zal meer rekening worden gehouden als vanuit hen twijfels worden geuit over de uitvoerbaarheid of hoe het beleid in de praktijk zal uitwerken.

BK zal deze uitgestoken hand zeker pakken om actief mee te denken over een andere financiering waarbij de sterke kanten van ons stelsel worden behouden, en de complexe uitvoering voor ouders wordt verbeterd.

  1. Leren van de praktijk

Het is belangrijk dat ambtenaren en politici vaker horen van mensen uit de praktijk. Zo wordt beter bekend hoe beleid echt uitwerkt. Jaarlijks zal een “Staat van de Uitvoering” worden gepubliceerd. Nieuw beleid wordt meer in samenwerking met de uitvoering en doelgroepen gemaakt en nieuwe wetgeving wordt voortaan een jaar na de start van de uitvoering getoetst.

  1. Versterken dienstverlening

De overheidsdienstverlening moet verbeteren, zowel digitaal als persoonlijk. En mensen moeten op meer plekken fysiek langs kunnen komen.

  1. Hardheid wet- en regelgeving versus de menselijke maat

Regelgeving die te hard uitpakt wordt opgespoord. De bedoeling is dat maatwerk wordt bevorderd en fouten niet direct worden uitgelegd als fraude.

  1. Voorkomen discriminatie

Bij alle overheidsorganisaties wordt gecheckt of nationaliteit niet verkeerd wordt gebruikt.

  1. Meer openheid, de basis op orde

Informatie van de overheid moet kloppend, overzichtelijk en vindbaar zijn. Voor ambtenaren, politici en zeker voor de mensen waar het over gaat. De terughoudendheid van de overheid om documenten te verstrekken zal moeten veranderen.

  1. Rol van de andere staatsmachten

De rol van de bestuursrechtspraak wordt opnieuw gewogen. Ook wil het kabinet kritisch kijken naar de wijze waarop de overheid zelf het rechtssysteem benut. Niet elke zaak hoeft tot de hoogste rechter te worden doorgeprocedeerd.

  1. Versterking van het ambtelijk vakmanschap

De norm is dat ambtenaren werken op basis van openheid en verantwoording. Dat ze kunnen omgaan met tegenspraak en direct contact met burgers. Dat ze effectief samenwerken over (organisatie)grenzen heen. En dat hen daarbij de maatschappelijke opgave helder voor ogen staat.